Personeel, gewerkte tijd en urenregistratie
Belgische bedrijven zullen Europees Hof van Justitie moeten opvolgen
Belgische bedrijven zullen Europees Hof van Justitie moeten opvolgen
Ondernemingen zijn verplicht om een objectief, betrouwbaar en toegankelijk systeem op te zetten waarmee de dagelijkse arbeidstijd van iedere werknemer wordt geregistreerd. Dat is nodig om het per dag en per week gewerkte aantal uren inclusief overwerk te registreren en om te controleren of de minimale rusttijden in acht zijn genomen, oordeelt het Europees Hof van Justitie.
Het Hof draagt de EU-lidstaten op om voor een concrete nationale regeling voor de toepassing van een ‘prikklok’-systeem te zorgen waaraan werkgevers zich dienen te houden. Volgens de Europese rechters heeft iedere werknemer het fundamentele recht op een beperking van de maximumarbeidsduur en op dagelijkse en wekelijkse rusttijden. Dat kan alleen worden aangetoond en gecontroleerd met een goede registratie.
Het Hof boog zich over een geschil tussen een Spaanse vakbond en Deutsche Bank. De vakbond had een Spaanse rechter verzocht om de bank te verplichten om een systeem voor de registratie van het dagelijks aantal gewerkte uren van het personeel in te voeren. Deutsche Bank stelde echter dat het Spaanse recht zo’n verplichting niet kent. Het zou enkel verplicht zijn om een register van overuren bij te houden. Aan het einde van de maand moet het aantal overuren dan doorgespeeld worden aan de werknemers en hun bonden.
In Spanje wordt 53,7 procent van de gemaakte overuren in bedrijven niet geregistreerd waardoor werknemers daar geen bewijs voor hebben en hun rechten niet kunnen claimen.
Het arrest van het Europese Hof van Justitie zou “op het eerste zicht niet mogen leiden tot grote veranderingen voor België”, zegt ondernemersorganisatie Unizo. “België is niet vergelijkbaar met Spanje.”
“In ons systeem kan een werknemer alleen maar prestaties verrichten binnen de werkroosters die vastgelegd zijn in het arbeidsreglement of conform de procedure die in het arbeidsreglement wordt bepaald. Voor afwijkingen op die werkroosters - bijvoorbeeld als gevolg van overuren - zijn specifieke procedures van toepassing. In principe kan dus alles worden opgevolgd en is overal een spoor van. Wanneer er meer flexibiliteit is, zoals in het geval van glijdende uurroosters, legt de wet bovendien een systeem van tijdsopvolging per dag per werknemer op”, klinkt het.
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) vindt dat werken met een tijdsregistratiesysteem “haaks staat op de huidige vraag naar meer flexibiliteit van zowel de werknemer als de werkgever”. Zo werd bij de overheid de tijdsregistratie recentelijk afgeschaft omdat het systeem niet meer strookt met de moderne manier van werken.
De vakbond ACV is het niet eens met de lezing van Unizo. “Dat is je kop in het zand steken”, klinkt het. Het arrest zal in België wel degelijk moeten worden opgevolgd, stelt de vakbond.
“Vandaag bestaat die verplichte tijdsregistratie in ons land niet, behalve voor deeltijds werk”, aldus Piet Van den Bergh, adviseur van de ACV-studiedienst. Het arrest betekent dat bedrijven wel degelijk een systeem van tijdsregistratie zullen moeten invoeren. “Dat kan bijvoorbeeld via het aanloggen op de computer, of via een app”, aldus Van den Bergh.
Niet alleen zal de tijd moeten worden geregistreerd, maar zal er ook rekening moeten worden gehouden met de gevolgen. “Er zullen dus overuren moeten worden uitbetaald”. ACV toont zich alvast voorstander van een verplichte tijdsregistratie, met het oog op het maken van goede en duidelijke afspraken.
Ook voor de socialistische vakbond is arbeidstijdregistratie belangrijk om een correcte verloning en opvolging en controle van de arbeidstijd en overwerk te verzekeren. Het ABVV wil evenwel geen terugkeer naar de prikklokken of papieren registratie, maar bepleit het gebruik van elektronische middelen.
Zowat vier op de tien werknemers krijgen niet genoeg tijd om hun taken te voltooien en presteren daardoor overuren. Meer dan een kwart van de werknemers wordt niet vergoed voor die extra prestaties. Dat is gebleken uit een onderzoek van hr-bedrijf Protime bij meer dan 1.000 werkende Vlamingen. Voor 39 procent van de ondervraagden is de termijn die ze krijgen om hun taken af te werken vaak onrealistisch, en moeten ze daardoor ’s avonds of in het weekend overuren kloppen, zo meldt Protime. Meer dan een kwart van de werknemers krijgt voor die extra werkuren niets terug, 22 procent krijgt de overuren wel uitbetaald, en voor 50 procent worden de overuren in extra verlofdagen uitbetaald.